Mari de Bijl

Ontdekkingstocht door uniek stukje natuur

Wie duwt een natuurvorser een jonge Canadese gans in zijn hand?

Er ligt zoveel natuur rondom mijn huis dat ik er bijna niet toe kom naar andere gebieden te gaan.Vandaag echter ga ik, op verzoek van de Vrienden van Gennep, verslag doen van een natuurwandeling en waar kan ik dat beter doen dan in…de Genneper Parken? De eerste aanblik, nadat ik de auto heb geparkeerd bij de Genneper Watermolen is weelderig. Langs de Dommel bruist het van het leven. De Watermolen maait het rad meedogenloos door het Dommelwater. Ik woon zelf nabij de Sterkselsche Aa in Heeze, die uitstroomt in de Dommel en ik meen nog wat water te herkennen. ‘Ja, die mooie heldere golfjes met al die kleine visjes komen bij ons vandaan’, zeker weten ha ha. Ik loop naar het infopaneel en besluit de oranje route te volgen. Helaas lezer, ik ben het oranje al snel kwijt geraakt en niet veel verder gekomen dan een kilometer. Een kilometer genieten van een fraai beekdal, een dompeling in een stukje natuur van topkwaliteit. Een stuk natuur waar Eindhoven trots op moet zijn en dat vooral goed beschermd moet blijven.

 

Beekdal-landschap


Ik steek de kano-passeerplaats over en heb aan beide zijden volop waternatuur.  Meerkoeten heb ik al eerder gehoord dan gezien. Er broedt er eentje in een horizontaal gevallen wilg. Een bijna wilde eend (net iets te veel wit in het verenkleed om een wilde eend te zijn) heeft vier bijna wilde jongen. Op de achtergrond zwemt een koppeltje kuifeenden langs. De kuifeend is een grappig zwart-wit eendje met een knalgeel oog. Meestal zijn ze nogal schuw maar hier hebben ze zich aangepast aan de recreanten die er in dit coronatijdperk-park volop zijn. Overwegend vreedzaam, maar ik moet nog naar mijn gansje toe.

Terwijl ik op mijn gemak verder kuier, me afvragend waarom ik hier nooit eerder heb gewandeld, begint er boven mijn hoofd een vogel te zingen met een gespikkelde borst. De vogel valt wat betreft zijn zang in herhaling. Het is een zanglijster. Aan de overkant van de beek zie ik een vogel een kolibrie-imitatie doen. Stil blijven hangen en dan naar je voedsel reiken. Het is een koolmees die op deze manier een uit een eik abseilend rupsje probeert te verschalken.

Er bloeien gele lissen aan de overkant, vrolijk gemengd met het paars van koekoeksbloemen. De wind waait koud en droog maar dat maakt de natuur er niet minder om. Wanneer de bewolking een beetje breekt is het landschap op zijn mooist. Ik nader een bruggetje met een stalen leuning. Het blijkt een tweeling-brug want honderd meter verder ligt er nog een. Recreanten genieten volop van deze  stadsnatuur.

Mari de Bijl, boswachter, natuurvorser, zanger, columnist, schrijver. Begonnen als bosarbeider en hovenier, doorgegroeid naar beheerder. Mari de Bijl beheert voor Brabants Landschap 2800 hectare natuur. Naast zijn werk als boswachter schrijft hij inmiddels 7 jaar in het ED. Hij schreef ook een boek genaamd Spinsels. Met zijn Trio Mari de Bijl presenteert hij liedjes die regelmatig de natuur aantikken.
(https://bijl01.wixsite.com/triomaridebijl)

Een man en vrouw vragen me of ik aan het vogels kijken ben. Ze hebben zelf een paar weken geleden tot hun grote verrassing een ijsvogel gezien. Het verbaast mij niet al zal ik hem zelf op deze tocht niet te zien krijgen. Ik hoor de kleine karekiet krassen. Arre-arre-iet-iet-iet. Later hoor ik daar ook de koekoek. Die legt zijn ei graag in het nest van…juist. Oppassen dus arre-ietje.

Ik steek ook de tweede stalen-leuning-brug over maar merk dat ik bij de sauna uitkom. Stom, handdoek vergeten. Ik keer om en ga de, inmiddels bekende, brug over naar rechts. Links

van me staat een rijtje jonge knotwilgen. Wellicht worden ze ooit gevonden door een koppeltje steenuilen of gaat er een eend in broeden. Landschappelijk passen ze goed in het beeld. Er is goed nagedacht over de ontwikkeling van dit gebied. Complimenten voor de ecologen en beleidsmedewerkers die erbij betrokken waren en zijn.
Ik loop plotseling tussen twee kleinschalige kruidenrijke weilandjes door. De paardenbloemen zijn pluisbollen geworden maar de boterbloemen, margrieten en weegbree bloeien volop naast vele andere kruiden. Kom daar maar eens om in de moderne landbouw. De gemeente heeft er goed aan gedaan een ecologische boer naar de Genneparken te halen. Het loont. Het i

Toch een ijsvogel

s nu te koud en winderig voor insecten maar op een zonnige dag fladderen hier vele vlinders rond, dat kan niet anders. En dat midden in de stad. Dan hoor ik in een houtwal iemand met twee kiezelsteentjes tegen elkaar tikken. Raar tijdverdrijf. En nog een keer. Die gek blijft er mee bezig! Het is niet iemand maar een vogel. Ik hoor het alarmgeluid van de zwartkop. De zang van de zwartkop is uitbundig. Eigenlijk moet de zwartkop ‘zwartkap’ heten want hij heeft alleen een zwart kapje. Als we deze logica doorzetten heet zijn vrouwtje bruinkapje. Dan is het nog maar een kleine sprong naar roodkapje. Sorry ik verdwaal… eh dwaal af.  Ik loop verder en aan mijn rechterzijde doemt een akkertje op met zeer weinig wintergraan maar des te meer kruiden. De eerste klaprozen verklaren hun bloemen voor geopend. Over enkele weken zal het veld helemaal rood zijn gekleurd.

klaproos

Ik zie de Anton Coolenlaan en steek de weg over. Het voelt als vreemdgaan maar ook aan de overkant is nog een mooi stukje beekdal te vinden. Ik zie een paar wilgen platliggen en zou niet verbaasd zijn als de bever ook hier is gearriveerd. Maar nee, de wilgen lijken lukraak afgezaagd. Zinloos geveld. Vandalisme misschien. Links van me staan paarden in de wei, horend bij de manege, waarvan eentje me er aan de Beatles doet denken.

Beatlepaard

Verderop ligt een weiland dat het meest weg heeft van een madelievenkwekerij. Het is vochtig. Een kievit en een kwikstaart scharrelen rond een plasje. Er zingt een grasmus in de verte. Bij een plas ligt een dode gans. Er zijn nog veel meer levende ganzen waaronder twee brandganzen. De rest is grauw of soep. Plots roept de kievit en als ik weer naar het plasje kijk zie ik er twee. Eentje vliegt er weg en een tweede neemt plaats tussen de madeliefjes. Verrek die zit daar gewoon te broeden! Ik laat mijn blik even over het te volgen pad dwalen waar een mooie eikenrij staat, maar dat komt te dicht in de buurt van de professor Holstlaan. Ik draai om. Ik realiseer me nu pas dat ik geen enkele foto heb gemaakt. Dat wordt een saai verslagje zonder foto’s dus ik neem dezelfde weg terug en zoek naar fotogenieke plekjes. Die zijn er zat. De Canadese ganzen die ik zag bij de brug komen in beweging en ik zie een, twee, drie, vier, vijf jonge vogels. Mooi gezicht. Ik kijk even de andere kant op maar draai me meteen weer om vanwege een enorm kabaal. Ik zie de een of andere dog zich dwars door de jongen heen ploegen om de ganzen te pakken. Die fladderen het water op, luid gakkend om hun in gevaar verkerende jongen. Er komt iemand aangefietst die ik verontwaardigd wijs op zijn hond. ‘Zie je wat hij doet’?  ‘Mijn hond doet niks’. Dat herhaalt hij een keer of drie. ‘Mijn hond speelt met de gansjes’! Hij kijkt me kwaad aan. Vier jonge gansjes hebben intussen de oude in paniek verkerende vogels kunnen bereiken. Het vijfde jong ligt stil op de kant.

De hond gaat naar het jong toe en ik maak een foto. Dat brengt de man in beweging, hij blaast: ‘Als jij naar de politie gaat maak ik jou dood’. Ik neem dat niet al te serieus maar ben wel verbaasd. Dan ziet de man het jonge gansje. Hij loopt er naartoe en pakt het voorzichtig op. Hij brengt het naar mij. Hij biedt zijn excuses aan (een keer of vijf) en vraagt of ik het vast wil houden dan kan hij de hond vangen. Jekill and Hyde. Als hij de hond gevangen heeft laat ik het gansje voorzichtig te water. Het zwemt naar rest van de familie toe. Het is ondersteboven gerend door de hond en heeft zich al die tijd dood gehouden. Het laatste stukje doe ik op m’n  gemak. Ik hoor de zang van de staartmees in dicht struikgewas. De vliegende lolly wordt hij wel genoemd. Een wit-roze vogeltje van een fragiele schoonheid met een staart die net een paar centimeter te lang is. Maar, goed nieuws voor de staartmees, de kappers zijn weer open! Ik ben weer terug bij de auto en realiseer me dat ik maar een klein deel van de Genneper parken heb gezien. Ik heb de vogelhut gemist, ben niet langs de Genneperhoeve van Age gelopen en heb de hele Tongelreep niet gezien evenmin als het prehistorisch dorp. Ik moet nog een keer terug!

Mari de Bijl

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail