historie

Deel 1. Ter plaatsbepaling.

Foto 1.

Luchtfoto Genneper Parken 1998, gepubliceerd als omslag van het Alterra-raport dat in 2002 in opdracht van de gemeente Eindhoven is uitgebracht onder de titel ‘Genneper Parken in beeld’. Een cultuurhistorische en landschappelijke verkenning ten behoeve van de planvorming voor de Genneper Parken in Eindhoven.

 

Foto 2.

Een minuutplan van Gennep uit 1832, zoals gepubliceerd in voornoemd Alterra-rapport.

In een studieplan uit 1978 wordt door Jan Huisma te Utrecht uiteengezet dat in landstreken ten westen van de Rijn met de naam Gennep of Gennip vanouds plekken worden geduid waar twee waterstromen samenvloeien.

Hier is dat de plek waar de Tongelreep of Tongreep in de Dommel uitloopt. In Limburg is dat de plek waar de Niers in de Maas uitstroomt.

In de Romeinse tijd werd de naam Ganipi o.i.d. genoteerd. In België spreekt men van Gemappes, in Frankrijk van Gamaches en in Duitsland van Gempf of Genf.

Foto 3.

Een kadastrale kaart uit 1912.

Oorspronkelijk was de meest nabijgelegen en bereikbare buurtschap van Gennep het Laareind onder Aalst, sinds 1920 gemeente Waalre.

In het midden is de stippellijn te zien die het einde van Gennep, gemeente Gestel markeert.

Tot 1880 waren de Gennepenaren parochiaan te Aalst, sindsdien van de St. Lambertuskerk te Gestel.

Het ligt voor de hand dat Gennep vanuit het zuidwesten bewoond is geraakt. Op ongeveer 1 kilometer afstand zijn in 2009 op het Laareind bij archeologisch onderzoek restanten gevonden van een nederzetting uit de Romeinse tijd.

Tussen de oud-bewoners van Gennep en Laareind zijn tot heden sociale relaties gebleven.

Foto 4.

Ter vergelijking kadastrale kaarten uit 1912, 1953, 1973 en 2000.

 

Opmerkingen hierbij:

De kaart van 1912.

In het midden is te zien hoe aan het Genneper Eind een weg (karrespoor met fietspad) afbuigt naar Waalre en een weg (toen Gestelsestraat genoemd) naar Aalst doorloopt.

Daartussenin begint de Neerheide die zich, afgezien van het Laareind, uitstrekt tot in Aalst en Waalre.

Verticaal lopen 2 banen: links de spoorweg van Eindhoven naar Hasselt via Waalre, Valkenswaard en verder. Het ‘Bels lijntje’, aangelegd in 1868 op de flank van de dekzandrug tussen Dommel en Gender. Rechts de baan van de weg van Eindhoven naar Aalst en Valkenswaard, rond 1830 aangelegd als onderdeel van de steenweg van Den Bosch naar Luik.

De kaart van 1953.

Er is weinig veranderd t.o.v. 1912. (De horizontale streep over Gennep heeft geen betekenis).

Wel ligt er een nauwelijks te onderscheiden voetbalveld achter de molen op de zgn. ‘kerkveldjes’, die in 1924 op initiatief van de parochie werden aangelegd.

Ook is in 1953 de Genneperweg op Gennep verhard en is begonnen met de aanleg van de rondweg (Boutenslaan) alsook met de bouw van het Clarissenklooster op de plek van het huis Rapelenburg dat in 1952 is gesloopt.

Voor de realisatie van de wijk Rapelenburg zijn de voorbereidingen getroffen.

In Stratum zijn tussen Aalsterweg en Tongelreep al wel woningen gebouwd (zie rechtsboven) en is in 1934 het Sportpark Aalsterweg aangelegd, met een voetbalstadion (EVV) en een paardenmanege annex draf- en renbaan, in de winter te gebruiken als ijsbaan.

De kaart van 1973.

Er is veel veranderd tussen globaal 1950 en 1970.

  • In 1955 opent de Sabena langs de rondweg Heliport, een helikopterterrein met vluchten op Brussel, Rotterdam en Duisburg. Deze wordt in 1966 weer opgeheven. Vanwege het 40-jarig jubileum van DAF in 1968 krijgt de gemeente een verkeerstuin aangeboden die in 1972 wordt geopend. Mede i.v.m. bezuinigingen wordt deze in 1982 gesloten. Daarna worden er in 1984 een CBR-afrijcentrum en een Verkeersopleidingscentrum gevestigd.
  • Inmiddels zijn tussen de rondweg en de Genneperweg op Gennep ook enkele sportvelden aangelegd t.b.v. het Van Maerlantcollege, voorheen Catharinalyceum.
  • Sinds 1963 heeft ook het St. Jorisgilde van Gestel een schuttersveld achter de molen aan de Dommel.
  • In 1958 wordt langs de Dommel in het gebied van de voormalige bleekveldjes van de Gestelse wevers een stadskwekerij met een gracht eromheen aangelegd. Tussen globaal 1960 en 1990 worden op een terrein van ongeveer 10 ha in omvang jonge laan- en parkbomen op Gennep gekweekt. Daarna verhuist de afgeslankte kwekerij naar Bokt.
  • In 1959 wordt het Bels lijntje opgebroken en worden de Bayeuxlaan en de Prof. Holstlaan aangelegd als doorgang naar Aalst en als toegang tot het nieuwe Nat. Lab. Van Philips, waarvan de hoofdingang precies ligt waar ooit het ‘Slotje van Aalst’ stond.

–      In 1966 wordt de zandvang in de Tongelreep uitgebaggerd waar eerder de laaggelegen Genneper ‘21 veldjes’ lagen die mogelijk ooit hebben gediend als bleekveldjes voor de Genneper wevers.

–      In 1970:

  • Aanleg van de huidige A2/N2, aanvankelijk als snelweg van Antwerpen naar Venlo, E3 genaamd.
  • Aanleg van de Anton Coolenlaan als verbindingsweg tussen Gestel en Stratum. Daarmee werd Gennep doorsneden en was de weg ook geen doorgang meer voor vierwielerverkeer.
  • Er werden een overdekte kunstijsbaan met buitenbaan en openluchtzwembad, ‘De Tongelreep’, gebouwd langs de Anton Coolenlaan met daartussen een groot parkeerterrein.
  • Ook werd de oude watertoren langs de A. Coolenlaan vervangen door een hogere met bollen op poten. Daar tegenover werd langs de Tongelreep verpleeghuis ‘De Weerde’ gebouwd alsook een hoge woonflat voor verpleegsters van het St. Josephziekenhuis.
  • In die tijd werd ook de uitbreiding met woningen aan de Genneper Zijde van de Aalsterweg afgerond.
  • In 1972 werd het Waalres grondgebied ten noorden van de Rondweg (A2/N2) aan Eindhoven toegevoegd.
  • Van de rond 1960 op Gennep staande bebouwing is een deel opgeruimd en een deel bewaard gebleven. Daarop zal later meer worden ingegaan.

De kaart van 2000.

In 2000 is er ruimtelijk op Gennep c.q. het noordelijk deel van de Genneper Parken, ten noorden van de Antoon Coolenlaan, geen ingrijpende verandering geweest. Zie verder de tekst bij foto 20.

 

Foto 5.

Deze schematische plattegrond van de in 2000 gelanceerde PR-formule ‘Genneper Parken’ betreft het gebied tussen Boutenslaan (Rondweg), St. Claralaan, Bayeuxlaan en Prof. Holstlaan, A2/N2 (Randweg), Aalsterweg, Felix Timmermanslaan en Jacob Reviuslaan. Daarin is Gennep geheel opgenomen, m.u.v. de plek bij het samenvloeien van Dommel en Tongelreep welke sinds 1953 binnen de rondweg ligt.

Overigens is ‘Genneper Parken’ ook een gemeentelijke organisatiefomule van waaruit met name een Klankbordgroep wordt gefaciliteerd als forum en medium voor uiteenlopende belanghebbenden en belangstellenden.

Foto 6.

In 1232 kreeg de vesting Eindhoven van de hertog van Brabant stadsrechten, tegelijk met o.a. St. Oedenrode.

De omringende gemeenten werden in 1920 toegevoegd aan de stad.

Deze kaart geeft de situatie weer van eind 19e eeuw met de volgende gebiedsgegevens:

 

Gemeente Eindhoven       56 bunders (=ha)    3.200 inwoners
Gemeente Woensel c.a. 2.965 bunders    3.150 inwoners
Gemeente Tongelre 1.022 bunders       775 inwoners
Gemeente Strijp    940 bunders    1.100 inwoners
Gemeente Stratum    805 bunders    1.475 inwoners
Gemeente Gestel    657 bunders    1.400 inwoners
Totaal 5.445 bunders 11.100 inwoners

Foto 7.

Op deze KLM-luchtfoto uit circa 1950 ligt een groot deel van Gennep midden op de voorgrond, midden aan de onderrand is nog net de huidige Genneper Hoeve zichtbaar.Iets links daarvan maakt de Genneperweg op de dekzandrug een bocht naar links tot haaks op de Dommel. Daar ligt rechts de Genneper Molen, verscholen tussen de bomen. Daartegenover is een wasserijcomplex zichtbaar dat er heeft gelegen van 1913 – 1963.

Foto 8.

Deze foto heeft Karel Vermeeren rond 1940 genomen ter hoogte van waar vroeger, ongeveer van 1937 tot 1973, een Mariakapel stond met een amfitheatertje.

De boerderij in deze landelijke sfeer is in 1906 gebouwd door Willem Mikkers. Hier is sinds 1971 de Eerste Eindhovense Pony Manege gevestigd op initiatief van de Genneper familie van Dongen – Mikkers. Daartegenover ligt vanaf 1970 de Eindhovense kunstijsbaan.

De Genneperweg is in 1953 tot aan het Genneper Eind duurzaam verhard en was sindsdien tot 1970 een drukke en gevaarlijke weg voor alles wat lopen of rijden kon.

 

Foto 9.

Luchtfoto uit 1965 met in de voorgrond Gennep. 

Deel 2. Gennep aardkundig alsook watermolen en omgeving.

Foto 10.

Bodemkundig staat Noord-Brabant vanouds bekend om zijn dekzandruggen doorsneden door beekdalen, met name in het stoomgebied van Dommel en Aa.

Vanwege het verval daarin hebben, vooral op de Dommel c.a. eeuwenlang tientallen watermolens gedraaid als pre-industriële mechanisatiecentra.

De oudste schriftelijke vermelding van de Genneper Watermolen dateert uit een schenkingsakte van 1249 waarbij de toenmalige Norbertijner priorij , later abdij van Postel een deel van de molenrechten verwierf. Inclusief de daarbij horende gronden en boerderijen op Gennep.

Hierbij een kaartje uit 1934 van de waterlopen in het stroomgebied van de Dommel. Daarop staat rechts de Belgische Warmbeek vermeld die pas na de grens bij de Achelse Kluis Tongelreep werd en wordt genoemd.

Bijgaand ook een foto uit 2001 van het bodemprofiel dat tevoorschijn kwam bij de uitgraving voor een gierkelder onder de te bouwen potstal bij de Genneper Hoeve. Hierbij is een grijs getinte leembankrug te zien.

Foto 11.

Een beeld van de Genneper molen in 1927.

De schoorsteen achter de molen is van een wasserij. Het unieke op Gennep is dat men nog steeds kan waarnemen waarom juist hier een watermolen is opgericht waar in de toptijd (17e eeuw) wel drie molens konden draaien: een graan-, een vol- en een oliemolen.

Daartoe was voldoende watertoevoer alsook bereikbaarheid van klandizie van belang. Er was hier op de Dommel een lang en breed boezemgebied voor toestromend water, waarbij de weg vanuit het zuiden precies over de dekzandrug tussen Dommel en Tongelreep tot aan de Dommel voldoende op hoogte bleef om het water te keren en de molen te kunnen grondvesten.

De bereikbaarheid was vanuit Gestel, gelegen op de dekzandrug Hoogstraat tussen Dommel en Gender iets lastiger. Daartoe werd een molendijk aangelegd en onderhouden vanaf de Zandstraat (vanaf 1920 Gestelsestraat) naar de molen. Aan diezelfde molendijk lagen stroomopwaarts eeuwenlang de bleekveldjes van de Gestelse thuiswevers.

Foto 12.

Het schilderij dat Vincent van Gogh in het najaar van 1884 maakte geeft een indruk van het onttakelde buitenraderwerk.

In de loop van de tijd ging het op en af met het molencomplex. In 1570 draaiden er een koren- en een schorsmolen. In 1582 woedde met name in Brabant de 80-jarige oorlog (1568 – 1648) en werd de molen door terugtrekkende troepen in de as gelegd. In 1585 werd hij door de abdij van Postel weer opgebouwd.

In 1648 werd Gennep met molen een domein van de Prins van Oranje, tevens Heer van Eindhoven.

In 1800, een roerige tijd onder invloed van Napoleon, waren er een sterk vervallen koren- en boekweitmolen.

Dan koopt Theodous Smits het geheel met 10 ha grond en laat de boedel weer opknappen. In 1806 verzoekt hij aan de toenmalige overheid, het Bataafs Departement Dommel, om naast zijn molen annex landbouwbedrijf met rundvee en twee varkens ook een handel in graan, boekweit en meel, alsook een herberg (tapnering) en een broodbakkerij (bakhuis) te mogen blijven drijven.

In 1825 worden er 6 runderen en 2 stuks jongvee geteld, alsook 1 paard – van de in totaal 3 paarden op Gennep. Als de kinderen Smits, Elisabeth, Rumolda en Jacobus (de molenaar) in 1834 stoppen met werken blijven ze er wel wonen.

Nadat Rumolda Smits in 1883 als laatste is overleden verkopen de erfgenamen het geheel in 1884 in gedeelten. De landbouwgrond met boerderij in aanbouw wordt afgesplitst, evenals het woonhuis van Rumolda.

Het molencomplex incl. dijk, bruggen, woonhuis en café-restaurant – met verse paling -, wordt gekocht door molenaar Antoon Holten.

Hierbij een winterfoto uit 1935 en een foto uit 1955 met zicht op het molenhuis en het naastgelegen ‘Huis Alida’.

 

  1. Vier foto’s.

Huis Alida.

Bij voornoemde veiling in 1884 wordt het woonhuis van Rumolda Smits met stal, schuur, erf en vijver, boomgaard en nog enkele perceeltjes grond gekocht door Cornelis Meulenbroeks uit Gestel. Die opent er met zijn vrouw een café dat later tot 1935 wordt voortgezet door hun dochter Alida. In 1937 trouwt Alida met Andries (Harrieke) van der Schoot. Ze zijn dan beide 50 jaar. In 1956 koopt de gemeente alles op.

Na Alida’s overlijden in 1959 trekt Harrieke in bij zijn nicht in Dommelen.

In 1961 wordt het pand samen met het molenaarshuis gesloopt.

Hierbij foto’s van de zijgevel van ‘Huis Alida’, van de achterkant ervan, alsook van het molenhuis, van Alida en Harrie op hun trouwdag in de voordeuropening en van een ‘zitting’ van het stel binnen.

 

  1. Twee foto’s.

Huis Rapelenburg.

Rond 1760 gebouwd als buitenverblijf op een landgoed van twee hectare door Gerard Raessens uit Eindhoven. Na zijn overlijden in 1767 werd het geërfd door zijn zus Maria.

Na haar overlijden in 1817 werd Norbertus Janssen uit Gestel eigenaar.

Na diverse wisselingen worden in 1898 bij een openbare veiling ca 1000 vruchtbomen (appels, peren, kersen, pruimen, perziken, abrikozen, moerbeibomen en druivenstruiken) verkocht, binnen 1 maand te ruimen.

Dan wordt het landgoed als zomerverblijf gekocht door de familie Hegener uit Eindhoven. Voor een deel ook verhuurd.

Als laatste woonde er de familie Timmermans uit Gestel met tien kinderen en een naaiatelier.

Achter het hoofdgebouw lag ook nog een personeelswoning, – laatste bewoner was de famiie Cornelissen – en een karperkweekvijver.

Aan de voorkant lag bij de toegangspoort langs de weg en de sloot een tennisbaan. De belendende beuken staan er nog, evenals de poortzuilen.

Het landgoedcomplex is in 1952 onteigend voor de aanleg van de rondweg die er in 1953 dwars doorheen kwam. Op de plek van de karpervijver werd toen ook het Clarissenklooser gebouwd, met slotgracht.

  1. 2 foto’s.

Het Clarissenklooster.

In 1953 werd het klooster ingewijd en betrokken door de zusters Clarissen van een strenge regel volgens de Heilige Coleta. Deze zusters woonden eerst in de oude pastorie van de St. Joriskerk aan de Stratumsedijk.

Behalve de slotzusters die altijd binnen de tuinmuren bleven waren er aanvankelijk ook enkele bedelzusters die rondgingen. De kapel, waarvan het klokje meer dan 60 jaar dagelijks over Gennep klingelde, was ook toegankelijk voor mensen van buiten. En men kon er terecht voor trouwvieringen.

Tussendoor: Op Gennep waren veel klokken te horen: van de Lambertuskerk, de Maria Middelares, de H. Hart, de Cathrien, de St. Joris, de Gerardus, en soms van Aalst en vroeger ook van Zesgehuchten en de Paterskerk.

 

Genoodzaakt door vergrijzing vertrokken in 1993 de laatste 14 zusters naar een bejaardenoord in Someren. Toen kwamen er jonge Amerikaanse Clarissen die toch in 2015 weer zijn teruggegaan naar hun thuisland. Het complex, intussen aangemerkt als rijksmonument (ook het interieur), is eigendom van het bisdom Den Bosch dat in 1950 ijverde voor een behuizing van de Clarissen en nu zoekt naar een passende bewoning.

Hierbij een buiten- en een binnenfoto.

 

  1. 3 foto’s.

‘Boerderij Sjaak Schoonderwalt’ (naar de laatste bewoner).

In 1834 woont aan de Gestelse oeverkant van de Dommel, aan de Molendijk tegenover de toegangspoort van Rapelenburg, de linnenwever Joost van de Leur die als bijverdienste een herberg drijft met een klosbaan (beugelbaan) erbij.

In die hoek lagen vanouds de bleekvelden van de Gestelse wevers. Nabij die behuizing was een waterverbinding tussen de bleekvelden en de Dommel, het Werdje genoemd. Al vóór 1914 werden hier ook kano’s verhuurd.

Bijgaand een foto uit 1940 waarop rechts het voornoemde woonhuis annex herberg, waar als laatste Tonia (Toke) de Hond woonde. Links de ‘boerderij’ waar naast de deur Sjaak Schoonderwalt zit, die er als laatste huisde. Al vóór 1950 zijn die panden afgebroken.

Hierbij ook een foto uit 1940 met zicht vanaf de molen op de molendijk en de Gestelse St. Lambertuskerk. Midden daarvoor staat een huis dat op een andere foto rechts in beeld staat. Die foto geeft zicht op de molendijk vanuit Gestel. Met rechts in beeld een huis op de voormalige bleekvelden, waar als laatste de uit Italië afkomstige familie Toffolo woonde en een terrazzo-werkplaats had. Dat huis is kort na 1950 opgeruimd.

Op de voorgrond staat het spoorwachtershuisje annex station Gestel van het ‘Bels lijntje’ dat hier de Genneperweg kruiste van 1868 tot 1959. Dat spoor liep van Eindhoven via Waalre en Valkenswaard naar Achel-statie en verder naar Hasselt.

Het goederen- en personenvervoer, met name ook het Belgisch personeel van Philips, is begin jaren ’50 gestaakt.

De laatste bewoners van het spoorhuisje was de familie van Heertum.

Op deze plek kruist sinds 1959 de Bayeuxlaan de Genneperweg.

Foto 17.

De Zwitsersche A.S.S.I.

In 1913 werd door de gebroeders Sträter, oorspronkelijk uit Amsterdam, sinds 1898 in Woensel en Eindhoven, op een weiland tegenover de Genneper Molen een Amerikaanse , (gegarandeerd chloorvrije) Stoom, Was- en Strijkinrichting opgericht. Bij de aankoop van het weiland in 1912 van molenaar A. Holten bedingt die ook dat Sträter alle rechten en (onderhouds-)plichten aangaande molendijk en de (3) bruggen overneemt.

In 1932 kwamen er naast de aanvankelijke stoommachine 5 elektromotoren bij.

In 1941 werd het bedrijf verkocht aan de Zwitsersche Waschinrichting en Ververij te Rijswijk. Sindsdien werd het de Zwitsersche A.S.S.I. genoemd

In 1960 werd de gemeente eigenaar van de fabriek die in 1963 werd afgebroken.

Hierbij een foto uit 1953 van de net verharde Genneperweg met links het ASSI-complex, tegenover het molencomplex gelegen.

Ook een foto van de Strijkerij, een foto van man, -Willem Kapteijns -, paard en bestelwagen, en een foto van een latere bestelauto.

Foto 18.

Vroeger wateroverlast – vandaag verdroging.

Hierbij 4 foto’s van overstromingen in 1917 en 1926.

Na aanhoudende klachten van aanpalende bovenstroomse grondgebruikers werden in 1545 enkele mannen vanuit het keizerlijke Hof van Karel V te Brussel naar Gennep gestuurd om polshoogte te nemen van de pegel (stuwhoogte) bij de molensluis en het waterpeil in het voorafgaande boezemgebied, strekkende tot aan Blaarthem. Zij roeiden in een bootje maar raakten steeds weer vast omdat ze de hoofdstroom van de   Dommel niet konden onderscheiden.

 

Tot 1940 werd op de Dommel vóór de molen met een juten zak aan een stok zand geschept in een ondiepe platte houten bak die met een stok naar de kant werd geduw en geleegd. Dat zgn. ‘maaszand’ of metselzand werd weer gebruikt om er betonnen putringen van de maken.

Om wateroverlast en zandbanken in de stad te vookomen werd tussen 1930 en 1940 ter hoogte van de oude kern van de gemeente Blaarthem en Gestel – met kasteel en parochiekerk -, een afwateringskanaal (sinds 1945 het Beatrixkanaal) gegraven dat in Best uitloopt in het Wilhelminakanaal.

In het kader van een omvangrijk opschoningsproject van het Waterschap op de Dommel c.a. werd in 2010 o.a. begonnen met:

  • de 4e uitbaggering van de zandvang in de Tongelreep en de bouw van een betonnen zandopvangbak in de Tongelreep tussen het zwembad en het parkeerterein.
  • een uitbaggering van de Dommel vanaf de afwateringssluis tot de Elzentbrug, waarbij ook een oude meander bij de voormalige bleekveldjes wordt hersteld.
  • Een verdieping als ook een vernieuwing van de beschoeiing van het Beatrixlanaal.

 

Foto 19.

Totaal 4 foto’s:

–        foto hoog water bij de Dommelbrug bij de molen.

–        foto laatste overstroming Tongelreep in 1963, genomen op de plek waar nu de toegang van het parkeerterrein aan de A. Coolenlaan ligt.

–        en 2 watertorens aan de A. Coolenlaan in 1970.

In 1904 werd op de hoge kant van de Tongelreep aan de Aalsterweg begonnen met de winning van uitstekend drinkwater voor Eindhoven en omgeving.

Ondanks het voorkomen van leemlagen in de ondergrond – en soms ook aan het oppervlak -, droeg dat ook in toenemende mate bij aan een verlaging van het grondwaterpeil.

Daarnaast heeft de regelmatige uitbaggering van een zandvang in de Tongelreep (in 1966, 1979, 1995 en 2010), waaraan sinds 1983 het Prehistorisch Huis is gevestigd, door het relatief snel stromende water een uitschuring van de bedding langs Gennep tot gevolg gehad.

En sinds 1940 is de Dommelstroom volgens plan vanaf voornoemde afwateringssluis getemd: weinig water en lager peil.

Evenwel, met het water van de Tongelreep erbij levert de Dommelstroom over de kabbelkeien in de binnenstad een verademend beeld.

Zo nat als het vroeger kon zijn op Gennep, zo droog is het geworden. De grondwaterpeilmeter bij de Genneper Hoeve geeft al jaren een zomerstand aan van 1,5 meter of lager beneden maaiveld. Daardoor is de groei van alle gewassen afhankelijk geworden van het regenwater dat juist in de groeiperiode sneller verdampt. En onder invloed van de verstedelijking en letterlijke verharding in en om Eindhoven komen inmiddels vaak regenwolken vanuit de verte aandrijven, maar bereiken ze Gennep niet.

Foto 20.

Ter voorlopige afronding een beknopt overzicht van de ontwikkelingen tot heden (september 2017):

 

Foto’s:

  • poppen aan het dansen 1977
  • 1e kleinschalige markt 1978
  • MEC, Prehistorisch Huis, Heemtuin 1983

  • In 1970 stopt de laatste Genneper boer met de melkveehouderij, maar de familie van Schooten blijft er wonen tot in 2001 wordt begonnen met de transformatie van de boerderij tot de huidige Genneper Hoeve.
  • a.v. de start van de aanleg van een midgetgolf in 1977 achter voornoemde boerderij als onderdeel van een gemeentelijk recreatieplan (eindelijk) o.l.v. wethouder de Kok, schrikken mensen wakker met “wat krijgen we nou”? Dat leidt tot de oprichting van een werkgroep ‘Houdt Gennep Landelijk’ met als alternatief een educatieve ecologische boerderij die haar bedrijfskosten in principe kan dekken.

In de loop van 1977 komen er meer dan 3000 mensen hun handtekening op de boerderij ‘brengen’.

–          In 1980 neemt de gemeente alle gronden op Gennep in eigen beheer, min of meer onder toezicht van het Milieu Educatie Centrum, MEC i.o., waarbij het werk op de akkers (graanteelt) wordt uitbesteed aan loonwerkers en de weilanden in gebruik worden gesteld van schapenhouder Cor Adriaans.

In die tijd, en nu nog, is het gemeentelijk ‘landbouwbedrijf’ de grootste boer c.q. rentmeester van Eindhoven en verre omstreken.

–          In 1983 wordt het MEC gehuisvest in de voormalige opslagloods   van Frits Beelen, de laatste molenaar op Gennep die sinds 1963 in een nabij gebouwde bungalow woont.

–          Tegenover het MEC start een groep vrijwilligers in 1983 o.l.v. Wim Niemantsverdriet met aanleg en onderhoud van een Heemtuin, genoemd naar frater Simon Deltour die als onderwijzer in Eindhoven al jaren gepleit heeft voor een educatieve natuurtuin.

Deze plek tussen Dommel en een omloop daarvan is op veengrond, later deels opgehoogd met zand, puin en rommel, tot een ‘Parel van Gennep’ getransformeerd.

–          Eveneens in 1983 starten vrijwilligers o.l.v. Anneke Boonstra het Prehistorisch Huis aan de zandvang in de Tongelreep.

–          Voorjaar 2001 wordt begonnen met de transformatie van de historische boerderij tot de huidige Genneper Hoeve. Tegelijk wordt ook het Prehistorisch Huis uitgebreid met middeleeuwse gebouwen.

Al eerder was een natuur- en landschapsinrichting op Gennep gerealiseerd.

Deze 3 projecten vormden tezamen de grondslag voor een omvangrijke subsidiering door een Stimulus-fonds van de Europese Unie.

Het initiatief daartoe kwam van Jan Bontenbal als coördinator van het MEC. Hij was geïnspireerd door het concept van een regionaal eco-museum als vorm voor het behoud van levend erfgoed. Wat betreft de financiële mogelijkheden en voorwaarden werd hij deskundig bijgestaan door Theo Bayens, de betrokken ambtenaar van de gemeente.

In die tijd was vooral Jan Luiten de uitgesproken opponent van Jan Bontenbal inzake het boerderijplan. Hij stond voor een bescheiden opzet met 12 melkkoeien als een soort museumboerderijtje waarvan ook de bedrijfsvoering door de gemeente zou kunen worden bekostigd. Voldoende om voor Gennep een toekomst als natuur- en landschapspark veilig te stellen.

–          Voorjaar 2002 starten Age Opdam en Mirjam Matze – met 4 kinderen vanuit de Flevopolder (Zeewolde) – de Genneper Hoeve als werknemers van een door de gemeente opgerichte stichting. Met deze ‘doorstart’ leeft Gennep na een 30-jarige ‘slaaptijd’ weer op.

–          In 2004 wordt de gemeentelijke Structuurvisie Genneper Parken vastgesteld.

–          In 2001 wordt het boek ‘Gennep voor altijd’ met een oplage van 2000 exemplaren uitgegeven. Een beschrijving met foto’s van de geschiedenis van een boeren-buurtschap aan de rand van Eindhoven, samengesteld door Simon van Schooten, Paul Spapens en Jan Spoorenberg.

–          In 2007 nemen op initiatief van de gemeente o.l.v. wethouder Jacqueline Kuppens, Age Opdam en Mirjam Matze samen als V.O.F. de boerderij in erfpacht over met een overeenkomst met beperkende en borgende bepalingen, alsook met een vaste jaarlijkse financiële bijdrage van de gemeente.

Bij deze overgang is weer Theo Bayens als de deskundige ambtenaar van de gemeente betrokken.

Age en Mirjam, antroposofisch geïnspireerd, streven vanaf het begin naar een bedrijf met maatschappelijke meerwaarde, inclusief natuurbeheer en, naast publieksopenstelling en educatie, ook maatschappelijke zorg.

Wat betreft de zorgsfeer wordt in 2006 een samenwerking overeengekomen tussen de Genneper Hoeve en de antroposofische instellingen Bronlaak en Heimdal (oorspronkelijk in Aalst, gemeente Waalre werkzaam) te Oploo. Enkele jaren later gaan Bronlaak en Heimdal op in de landelijke Zonnehuizen-organisatie.

–          Begin 2012 wordt in de zorgsfeer bereikt dat De Seizoenen als opvolger van Zonnehuizen zich op Gennep vestigt met de huisvesting van zorgbehoevenden.

In de zorgontwikkeling op Gennep neemt vanaf het begin vanuit Bronlaak Jan de Bruin een sleutelrol in.

Bij de huisvesting van zorgbehoevenden is vanuit de gemeente Theo Bayens weer betrokken. Met deze huisvesting is een lange periode van intensieve touwtrekkerij van belangstellenden min of meer afgerond. Er zijn weer bewoners op Gennep en de gemeente blijft eigenaar van de gronden en de panden. Voor de toekomst houdt dat de mogelijkheid open voor een samenhangende verdere ontwikkeling op Gennep.

  • Vanuit het streven naar een verwevenheid tussen agrarische bedrijfsvoering en bevordering van bodemvruchtbaarheid enerzijds en anderzijds het behoeden van landschap, natuurontwikkeling en biodiversiteit, wordt in de loop der jaren door de Genneper Hoeve meer grond in extensief beheer verworven.

Hier volgt een overzicht van de betreffende gronden.

–          Ook in 2012 wordt de Stichting Vrienden Levend Erfgoed Gennep opgericht met als doelstelling de bevordering van natuur- en cultuurhistorische waarden in de buurtschap Gennep. Nader uit te werken ook in educatie en cultuur.

  • Als de gemeente o.l.v. wethouder Mary-Ann Schreurs in 2015 in het kader van bezuinigingen en voornemens tot een meer gespreid educatief beleid het MEC opheft, wordt ook de bijdrage van de gemeente aan de boerderij opgezegd.
  • Dat leidt tot publieke protesten en uiteindelijk in 2017 tot de voorbereiding van een aanvraag van een bouwvergunning voor een kapschuur voor het jongvee, waarvan de huisvesting vanaf het begin heeft ontbroken.

September 2017

Simon van Schooten

 

Met dank aan hen die mij hebben ondersteund,

speciaal aan Jan Spoorenberg en Paul Spapens

vanwege hun vele en kundige speurwerk rond 2000,

alsook aan J.C. Jegerings voor zijn fotoverzameling in

‘Oud Gestel’ i 1985, alsmede aan Bart Brenneker en Roos Boink

voor hun ‘technische’ en mentale ondersteuning..